Middenveldorganisaties hebben een onbetwiste maatschappelijke meerwaarde, daar zijn professionals en vrijwilligers in middenveldorganisaties vast van overtuigd. Maar de nood om die maatschappelijke meerwaarde te benoemen, neemt schijnbaar toe. De publieke en politieke roep naar duiding en verantwoording van dat belang en meerwaarde groeit.
En middenveldorganisaties doen dat ook. Ze verantwoorden zich te pletter bij hun subsidiegevers. Ze vertellen verhalen, meten hun impact, bieden facts & figures en zijn vaak hyperefficiënt. En toch lijken we niet te overtuigen. Of wordt er vooral naast elkaar gepraat, want hoe druk je een sociale meerwaarde best uit? Is die überhaupt wel uit te leggen? Middenveldorganisaties ervaren wel vaker dat ze daar geen 'taal' voor hebben - of toch geen taal die enige indruk maakt op de taal die politieke overheden veelal hanteren en die doorspekt is van een (enge) economische logica.
Gezien het maatschappelijke doel en de sociale meerwaarde de basis en bestaansredenen zijn van middenveldorganisaties, is het belangrijk een 'taal' te ontwikkelen om die te expliciteren. Een taal die niet per se haaks, maar ingepast of 'begrepen' kan worden door het heersende economische discours.
In onze derde Café Partagé gingen we in gesprek over hoe middenveldorganisaties daarnaar kijken en welke 'taal' zij hanteren.
Voelt jouw organisatie meer druk dan vroeger om haar belang, meerwaarde en impact te expliciteren? Voelt die toegenomen druk als een bedreiging voor het DNA van jouw organisatie? Of is het eerder een kans om een nieuw discours te ontwikkelen? Op welke manieren gaan jullie daarmee om en hanteren jullie een nieuwsoortige 'taal'? Is dit gewoon zoals het hoort, voelt het onwennig of zet het je hele organisatie op haar kop?