Een betaalbare, toegankelijke en aangename plek vormt dikwijls het kloppend hart van een bruisende stad of gemeente. Maar kwalitatieve gemeenschapsinfrastructuur staat onder druk door tal van factoren. Willen we (bestaande) ruimtes futureproof maken, dan moeten we met z’n allen dringend een versnelling hoger schakelen. Verschillende middenveldorganisaties formuleerden in mei aanbevelingen voor een nieuwe Vlaamse Regering. Maar ook lokale besturen kunnen hun steentje bijdragen.
Download hier de aanbevelingen voor lokale besturen.
We zetten ze hier ook op een rijtje:
- Het begin van de nieuwe lokale beleidsperiode is een goed moment om de noden op het vlak van gemeenschapsinfrastructuur onder de aandacht te brengen. Misschien zijn er plannen om sites te vernieuwen, komt er een aanpassing van het Gemeentelijk Ruimtelijk Beleidsplan of wil het nieuwe bestuur inzetten op een bewegingsvriendelijke leefomgeving. Naast het grote maatschappelijke belang kunnen verschillende redenen een goede aanleiding zijn om gemeenschapsinfrastructuur als rode draad op te nemen in het nieuwe meerjarenplan.
-
Een volgende stap is het uitwerken van een masterplan gemeenschapsinfrastructuur. Dit omvat:
-
De noden en behoeften van de gebruikers.
-
Een inventaris van infrastructuur die nu gebruikt wordt door alle belanghebbenden (burgers, verenigingen, lokaal bestuur, ondernemingen, …).
-
Een doordachte visie op gemeenschapsinfrastructuur, gedragen door de gemeenteraad. Zo moet o.a. bij efficiëntie-oefeningen naast de economische waarde ook het belang van sociale cohesie in rekening gebracht worden.
-
Aandacht voor het participatief buurtproces met alle belanghebbenden.
-
Een afdoend budgettair kader om de kwaliteit van lokale gemeenschapsinfrastructuur stapsgewijs te verbeteren, over legislaturen heen.
-
Acties op de korte termijn.
-
-
Daarnaast is het aangewezen dat lokale overheden het belang van gemeenschapsinfrastructuur een plaats geven in het lokale omgevingsbeleid. Het grote belang van deze plekken voor de sociale cohesie verdient evenveel aandacht als die voor duurzaamheid, ondernemingskansen, woonnoden enzovoort. Zo nemen ze de noden rond gemeenschapsinfrastructuur structureel mee in de visie en de set van beleidskaders van het Gemeentelijk Ruimtelijk Beleidsplan.
-
Dit principe wordt toegepast in alle procedures m.b.t. ruimtelijke ordening op het hele grondgebied. Verschillende diensten passen dit op een gelijke manier toe (vb. bij aanpassing van een RUP).
-
Dit principe wordt opgenomen in bestekken voor ontwikkelaars. Zo wordt aandacht voor sociale cohesie een criterium bij herinrichting van gebouwen, functiewijzigingen, enz.
-
- Lokale besturen (ook in landelijke regio’s) treden op als gangmaker en verbinder tussen scholen, buurt, verenigingsleven, eigenaars van panden en andere partners om de herbestemming, herinrichting en het gedeelde gebruik van gebouwen mogelijk te maken. Want draagvlak is essentieel in de verbinding tussen mens en steen. Dit impliceert ook dat lokale besturen investeren in tijd en middelen om die verbinding mogelijk te maken. Gedeeld gebruik vraagt een doordachte aanpak en regie en/of ondersteuning. Verder dringen we erop aan dat gemeenten niet overreglementeren, witruimte laten voor experiment, gebruikers uitdagen en met een open vizier naar kansen en leerprocessen (van bv. gedeelde scholen) kijken.
- Lokale besturen erkennen de rol van ‘plekwerkers’, zoals een conciërge of coördinator van een plek. Een plekwerker is een ondersteuner die op een site of in een gebouw een verbindende rol opneemt en denkt vanuit het algemeen belang van de infrastructuur en haar gebruikers. Want gedeeld gebruik moet je leren én vraagt tijd en capaciteit. Deze rol is vaak te complex geworden voor vrijwilligers. Het financieel plan moet hier rekening mee houden.
-
Lokale besturen verkennen actief de mogelijkheden rond publiek/private samenwerking als antwoord op beperkte budgetten en uitbatingsmogelijkheden. Verder is verknoping tussen vrije tijd en alle mogelijke beleidsdomeinen denkbaar: onderwijs, welzijn, toerisme, economie, enz.
-
Lokale besturen benutten de bovenlokale mogelijkheden om expertise, ervaringen en competenties te delen. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, regionale samenwerking en provinciale ondersteuning bieden hier kansen. Het kan lokale besturen ontzorgen zonder de regie uit handen te geven. Want nabijheid en toegankelijkheid van gemeenschapsinfrastructuur blijven onontbeerlijk voor gemeenschapsvorming.
Samen en niet alleen
De omschakeling naar een toekomstgericht beleid rond gemeenschapsinfrastructuur vraagt heel wat inspanningen en investeringen. Het lokale niveau kan dit niet alleen bolwerken. De Vlaamse en federale overheid zijn onmisbare schakels in deze transitie. Daarom formuleerden we ook een reeks aanbevelingen ten aanzien van deze bestuursniveaus. Grijp deze aan om ook zelf met je contactpersonen op Vlaams en federaal niveau in gesprek te gaan over de nodige en verwachtte omkadering en stimulansen.