Vorig najaar kwam de federale regering met een opmerkelijk nieuw beleidsvoorstel op de proppen: via een nieuw statuut (onder de noemer "onbelast bijklussen") zouden werknemers die minimum 4/5de werken, zelfstandigen in hoofdberoep en gepensioneerden vanaf 1 januari 2018* een fiscale en sociale vrijstelling tot 6.000 euro per jaar kunnen genieten voor bepaalde bijverdiensten. Vele bezorgdheden, negatieve adviezen, een uitstel en een belangenconflict later blijft de toekomst van het onbelast bijklussen onbeslist.
(*ondertussen verlaat naar 20 februari)
Het wetsvoorstel onbelast bijklussen, één van de 'prijzen' onderhandeld in het zomerakkoord, blijft voor beroering zorgen. Niet alleen klonken en klinken er vele bezorgde stemmen uit het verenigingsleven over de impact van het onbelast bijklussen op het vrijwilligerswerk, ook verzamelde het beleidsvoorstel ondertussen een mooi rijtje negatieve adviezen, van o.a. de Raad van State, de Nationale Arbeidsraad en de Hoge Raad voor Vrijwilligers. Ook 'de Verenigde Verenigingen' maakte een analyse op. De bezorgdheden en twijfels zijn legio.
Dit is jammer, want (ondertussen diep begraven) in het voorstel zit een goed concept verscholen dat tegemoet komt aan de vraag van de sport- en amateurkunstensectoren. Alleen is de functielijst in haar huidige vorm zodanig buiten proportie gegroeid dat ze niet aansluit bij de realiteit op het terrein in de verschillende verenigingssectoren.
Terwijl de betrokken kabinetten voor de inwerkingtreding een kort uitstel naar 20 februari inschreven "om overleg met de gemeenschappen" in te plannen, is uit een andere politieke hoek actie ondernomen: het parlement van Franstalige Brusselaars (de Cocof) heeft op 19 januari een belangenconflict ingeroepen tegen het wetsvoorstel. Dat betekent dat de verdere bespreking van het beleidsvoorstel in de Kamer voor zestig dagen wordt stilgelegd. In die periode moeten het federale niveau en de gemeenschappen in onderling overleg tot een oplossing proberen te komen. Vóór medio maart komt er dus geen schot in de zaak...
In tussentijd blijft 'de Verenigde Verenigingen' oproepen om werk te maken van een echte dialoog met de regionale overheden, een functielijst die aansluit bij de noden en bezorgdheden van de verenigingssectoren, en een gedegen evaluatieplan voor dit ingrijpende beleidsvoorstel. Op zijn minst geeft het belangenconflict wat extra ademruimte om dit alles grondig te doen.