Was jij ook op de studiedag 'We mean business, verenigingen doen zaken' van 10 maart 2015? Hieronder een verslag en alle presentaties.
De dag werd ingeleid door Bart Verhaeghe (‘de Verenigde Verenigingen’), die het boek van Luc Huyse ‘De Democratie voorbij’ (bespreking van De Wereld Morgen) aangreep om de onderlinge verhouding tussen overheid, burgers en markt te situeren. De laatste jaren zit er behoorlijke spanning op de ‘ménage à trois’. Het politieke handelen van het middenveld wordt op de korrel genomen of de representativiteit ervan wordt in vraag gesteld, belangenbehartiging en beleidsuitvoering door het middenveld wordt steeds vaker als onverenigbaar beschouwd, de erkenning van de expertise en onafhankelijkheidspositie van het middenveld is niet (meer) evident,… Tussen middenveld en markt is er intussen meer toenadering. Zorgwekkend is dat beide partijen elkaar meer lijken te beconcurreren rond maatschappelijke thema’s en de meerwaarde van het middenveld ook in markttermen verpakt wordt.
Wat doe je als middenveldorganisatie met zo’n vaststellingen? Eerst en vooral blijven hameren op de nood aan publieke financiering van middenveldorganisaties voor een goed werkende democratie. Anderzijds proberen verenigingen ook van de nood een deugd te maken. De zoektocht naar vernieuwing en ondernemerschap sluit daar bij aan. Kunnen we de maatschappelijke impact van middenveldorganisaties verhogen of versnellen door ook oog te hebben voor de economische waarden? Door ondernemersmodellen toe te passen op delen van verenigingswerking? Verenigingen moeten daarvoor uit de ‘comfort zone’ durven treden en hun missie opnieuw in vraag stellen. Wat willen ze precies bereiken? Veel verenigingen begonnen al deze denkoefening (zoals blijkt uit de interesse voor het actieonderzoek maatschappelijke impactvalorisatie). Sommige organisaties willen maatschappelijke uitdagingen aanpakken door hun diensten ‘in de markt te zetten’ en bekijken hoe maatschappelijk en financieel rendement hand in hand kunnen gaan. Er zijn ook vragen van juridische aard, over het opzetten van ondernemersmodellen of over het betrekken van alle actoren in de ondernemende werking.
Goed(e) zaken doen?
Karen Hiergens en Caroline Godts (Sociale InnovatieFabriek) leidden het thema van sociaal ondernemen in. Kunnen we een consensus vinden tussen de logica en werkwijze van de ‘bouwstenen’ middenveld en markt? De trend lijkt alvast wel ingezet in Vlaanderen. Bedrijven voelen de druk om zich meer/opnieuw maatschappelijker te oriënteren en werken soms rond thema’s die traditioneel eerder issues van verenigingen waren (zoals ‘Run like a girl’). Middenveldorganisaties versterken zich (en nemen soms hybride vormen aan zoals 'prosumer’) en zoeken naar meer marktgerichte manieren om impact uit te oefenen. Sociaal ondernemerschap kan een symbiose zijn tussen maatschappelijke en economische waarden.
Sociaal ondernemers willen met hun product of dienst namelijk in de eerste plaats voor maatschappelijke verbetering gaan, maar wel op een marktgerichte manier. Het gaat over meer dan louter ‘inkomsten’ ophalen en die dan in een sociale werking steken (het filantropische model en MVO-model). Ze proberen met een ‘geïntegreerd businessmodel’ ervoor te zorgen dat elke euro die binnenkomt, rechtstreeks de maatschappelijke impact verhoogt.
Dat voor zowat elke maatschappelijke uitdaging (ecologie, sociale cohesie, diversiteit,…) een sociaal ondernemende werking kan bedacht worden, beschreven we aan de hand van voorbeelden (bv. Passwerk, de Stuyverij, Faux Gras,…). Verenigingen die willen sociaal ondernemen dagen we uit (in een Impact Gedreven Business Model) goed na te denken over de finale maatschappelijke impact (niet output) die ze willen realiseren en via welk verdienmodel ze dat willen doen. Wil je eigenlijk gewoon inkomsten ophalen – of ben je kritischer en wil je van je euro een ‘impacteuro’ maken? Wat motiveert jou en je partners en hoe zal je het succes van je onderneming valoriseren (via impactmeting, het verzamelen van getuigenissen over de verandering die je al dan niet teweeg bracht, enz.)? En tenslotte: wat ga je vermarkten en op welke manier? Een paar modellen die ter sprake kwamen:
- Webshop, abonnementen, leasing,… bv. www.cambio.be of www.hetopenveld.be
- Verbruiksmodel, waarbij je niet voor lidmaatschap of een product betaalt, maar wel voor de diensten (bv.www.bundles.nl, betalen voor wasbeurten, niet voor wasmachines)
- Lokaas- of instapmodel, waarbij je goedkoop of gratis instapt
- Servicemodel, waarbij onderhoud van je product is inbegrepen (bv. http://opwielekes.be)
Praktijkvoorbeelden
Jan Wyckaert lichtte toe hoe Vredeseilanden, na een grondige denkoefening over de missie en strategie van de organisatie, kwam tot een nieuw noord-zuidmodel. Als netwerkorganisatie werken ze nu intensief samen met bedrijven, omdat het essentieel is voor de realisatie van een gedeelde missie. Het projectdenken ruimt plaats voor het meer complexe procesdenken, ze faciliteren eerder ketenoverleg dan dat ze dat kunnen sturen. Om hun doelstelling (een duurzaam familiaal landbouwmodel) te kunnen realiseren, evolueerde de organisatie van een pure noord-zuidwerking met vrijwilligers naar een organisatie die allerlei stakeholders betrekt en aanvuurt om daaraan mee te werken.
Het bedrijf WeTravel2 van Kristof Steegmans is nog maar net opgestart, en daarbij werd niet over één nacht ijs gegaan. Kristof reist graag en wil dit ook mogelijk maken voor mensen met een beperking of zij die nood hebben aan ondersteuning. Het doelpubliek is groot en helaas zijn er in de bestaande toeristische sector veel drempels om hier werk van te maken. Omdat mensen snel en effectief aan het reizen te krijgen, startte hij een sociale onderneming WeTravel2. De ondernemersdrive is groot en biedt naast risico's ook voordelen, zoals onafhankelijkheid en efficiëntie. In plaats van tijd te spenderen met budgetten mobiliseren of projectdossiers schrijven, krijgt hij mensen door het ondernemersmodel mensen sneller aan het reizen.
Peter Leyder is projectmanager van Planidoo en werkt dit uit in opdracht van vtbKultuur. Planidoo is een platform dat mensen die ‘goesting’ hebben om een activiteit op te zetten helpt bij de organisatie, promotie en financiering (film). Daarmee willen ze een antwoord bieden op maatschappelijke uitdagingen zoals de vergrijzing bij bestaande verenigingen en de veranderende attitude van mensen over lidmaatschappen en verenigingen (ten voordele van losse engagementen en nieuwe types verenigingen). Er werd bewust gekozen om Planidoo uit te bouwen als een apart spoor naast vtbKultuur met een aparte entiteit, merknaam en financiering. Tegen 2017 willen ze financieel onafhankelijk zijn en daarvoor richten ze zich ook op organisatoren van campagnes, lokale overheden en bedrijven. Die kunnen Planidoo betaald personaliseren zowel naar vorm als inhoud (white label Planidoo’s).
We lichtten ook kort de sociaal ondernemende werking van De Stuyverij, Recup& Design en Mobile School/Streetwize toe.
Discussie- en praktijktafels
In twee praktijktafels gaven we ideeën aan Repair Café en Domo vzw voor hun vraag over ondernemerschap.
Domo vzw vroeg zich af wat ze in huis hebben dat ze kunnen vermarkten. Tegelijk staan ze voor een opschaling van hun activiteiten. In andere steden en gemeenten starten ook Domo-werkingen op. Hoe houd je dit leefbaar en hoe zorg je ervoor dat je model respectvol wordt uitgerold?
Uit de discussie bleek dat Domo veel troeven in handen heeft om te vermarkten. Ze hebben specifieke expertise: matchingtools om gezinnen en vrijwilligers aan elkaar te koppelen, werken vanuit de krachten van mensen, onbevooroordeeld ondersteunen, het aansturen en beheren van een groot vrijwilligersnetwerk. Bovendien blijken lokale besturen geïnteresseerd in Domo vzw. Domo vzw biedt dan ook pakketten aan (standaard en op maat): een scherpere prijszetting kan hen helpen om hier meer uit te halen!
Omtrent de vragen rond opschaling werd vooral aangegeven dat Domo vzw kan nadenken over een franchisemodel. Goede afspraken maken goede vrienden, momenteel werken ze via samenwerkingsovereenkomsten. Bepaalde juridische structuren kunnen ook een oplossing bieden.
Het Netwerk Bewust Verbruiken wil de werking van het Repair Café graag verderzetten en opschalen. De subsidies hiervoor vallen weg en vraag is of ze dit kunnen vermarkten met respect voor de verschillende sociale, ecologische en maatschappijkritische doelstellingen van de werking. De deelnemers zagen twee pistes die verder bekeken konden worden. Aan de ene kant zouden de deelnemers van de bestaande Repair Café’s kunnen gevraagd worden om een donatie. Een experiment moet uitwijzen hoe dit aanslaat. Aan de andere kant zagen ze mogelijkheden om een spin-off te maken. Voor bedrijven zou een ‘Repair Café plus’ kunnen uitgewerkt worden, waar personeelsleden op één dag hun materialen kunnen binnenbrengen en deze onder begeleiding leren repareren. Ook coaching of teambuilding is een idee: personeelsleden kunnen aan de slag gaan met te repareren goederen om hun kennis of creativiteit aan te scherpen. Partnerschappen afsluiten met leveranciers van goederen met een servicemodel als inkomsten is een andere ambitieuze mogelijkheid.
In de discussietafels kwamen volgende aspecten aan bod:
Ondernemen… met welke partners?
Aan deze tafel werden de ervaringen en praktische tips gul gedeeld. Een erg relevante tip was om met een ‘code of conduct’ te werken om te bepalen welke partnerschappen je aangaat. Vanuit team en bestuur kan deze code ontwikkeld worden, zodat er een goede leidraad is om potentiële partnerschappen af te wegen en er gerust in te zijn dat de gekozen partnerschappen niemand voor de borst zullen stuiten. Immers, de keuze van partners kan nog behoorlijk gevoelig liggen. Welke samenwerking versterkt je waarden? Welke zou je waarden wel eens kunnen doorkruisen?
Er is in Vlaanderen zeker geen gebrek aan bedrijven die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen. Een groeiende groep bedrijven zet expliciet in op hun CSR-beleid, waarbij ‘CSR’ staat voor 'Corporate Social Responsability’. De CSR-managers van bedrijven kan je aanspreken voor potentiële partnerschappen. Bedrijven met een uitgesproken CSR-beleid sluiten zich aan bij netwerken zoals Business & Society en Kauri. Het loont de moeite eens op hun websites te kijken welke bedrijven bij hen aangesloten zijn.
Mijn winkelmand: wat kunnen we vermarkten?
Aan deze tafel werd vooral aandacht besteed aan de link tussen aangeboden producten/diensten en de eigen missie. Kan je winst wel rijmen met een waardengedreven insteek? Kan je bijkomende commerciële activiteiten ontwikkelen om inkomsten te genereren of is het noodzakelijk de activiteiten in te bedden in de bestaande missie en werking? Is je ‘omzeteuro’ een ‘impacteuro’, m.a.w. genereert de commerciële transactie wel een maatschappelijke meerwaarde? Speelt je organisatie genoeg in op maatschappelijke noden die er leven? En zo ja, is er bij je doelgroep dan ook een betalingsbereidheid voor het soort producten of diensten die je levert? Hier en daar liepen de meningen over deze vragen uiteen, maar over een paar zaken was er eensgezindheid. Een betere samenwerking tussen profit en non-profit is noodzakelijk, we moeten over sectorgrenzen heen kijken en partnerschappen aangaan. Ook niet-monetaire waardenstromen spelen een belangrijke rol in de toekomst. We moeten onze organisaties, doelen en impact kritisch in vraag durven stellen. Bij het herdenken van organisaties en inkomstenstromen is het van groot belang om missiegericht te blijven werken.
Bestuur, vrijwilligers en doelgroep: iedereen in de ondernemersboot?
De aanbevelingen van deze werkgroep waren volgende:
- Interne organisatie: openheid in alle richtingen! Tussen collega’s, leidinggevenden, bestuurders (in veel gevallen kennen medewerkers, laat staan vrijwilligers, hun bestuurders niet eens)
- Zorg voor een duidelijke, uitgesproken rolverdeling: de driehoek ‘initiator-actor-ondersteuner’, waarbij de initiator best voldoende autonomie én positieve feedback krijgt.
- Organiseer ‘interne leermomenten’, samen mét de mensen: zo introduceer je ook geleidelijk een nieuwe ‘taal’ die met ondernemerschap gepaard gaat en stimuleer je betrokkenheid en eigenaarschap
- Neem mensen die je wil overtuigen in jouw organisatie mee naar lezingen/studiedagen zodat ze zelf overtuigd raken
- Met vrijwilligers: kies voor een trajectmatige aanpak. Je kan starten met een soort bevraging naar de reden van hun engagement. Waarom doen ze wat ze doen? Wat zijn de gedeelde waarden, gedeelde visie, gedeeld engagement? (zoek methodieken, maak foto’s).
- Nodig een externe (medestander) uit op je bestuur/vrijwilligersvergadering
- Goede voorbeelden tonen en verspreiden doen weerstand afbouwen
- Beschouw de doelgroep niet als ‘doelgroep’ of als probleem zien, maar als deel van de oplossing
- Allen volgehouden en permanente dialoog doet mensen overtuigingen in vraag stellen
- Wees eerlijk, schep de juiste verwachtingen en ben je bewust van het feit dat veranderen de moeilijkste weg is.
Extra tips die ter sprake kwamen op de studiedag:
- Boek ‘Hoe het nieuwe Gratis de markt verandert’
- Boek ‘The curve’ (over hoe je geld verdient als alles gratis is)
- Publicatie ‘The state of Social Entrepreneurship in Belgium'
- Betalen met afval voor je metroticketje? Dat kan in China!
- Jan Jonkers’ boek over Nieuwe Business Modellen is een aanrader! Info en links via dit artikel.
- ‘de Verenigde Verenigingen’ organiseerde een netwerk event over impactgericht werken. Een verslag kan je hier nalezen.
Heb je interesse om verder na te denken over ondernemerschap en verenigingen of wil je gewoon op de hoogte blijven van de initiatieven van de Sociale Innovatiefabriek? Klik hier.
Presentaties: